Het was een bloedhete dag in augustus, de maand waarin je de meeste vlinders kunt zien vliegen in je tuin. In de schaduw achter in de tuin volgde ik het schijnbaar besluiteloze gefladder van een klein koolwitje boven de Oost- Indische kers, waarvan de bladeren ritmisch heen en weer wiegden.

De nakomelingen van koolwitjes lusten behalve Oost-Indische kers – de naam zegt het al –  vooral kool. Dit is dus de belangrijkste de waardplant voor deze soort.

Vorig jaar had een koolwitje, zonder dat ik het in de gaten had, honderden eitjes op de plant afgezet. Op een dag viel het mij op dat de mooi rond gelobde bladeren ineens kartelranden hadden. Ik boog mij  dicht over de Oost-Indische kers en zag tientallen baby rupsjes als kleine vreetmachientjes de bladranden bewerken.  Ik vond dat niet erg, er bleven genoeg planten en bloemen over om van te genieten.

De rupsen groeiden voorspoedig en op een dag zei mijn buurman dat aan zijn kant van de schuur colonnes groene rupsen tegen de muur  op marcheerden en verdwenen in een kier tussen het hout,  hup mijn schuur in.  Na het restaurant in mijn tuin hadden de  volgroeide rupsen nu een hotel nodig voor hun verpopping, en mijn schuur was daarvoor kennelijk een geschikte plek. Tientallen rupsen verpopten zich in die nazomer, hangend aan de muur en balken van mijn schuurtje, in afwachting van hun metamorfose tot vlinder in de lente.

Na de zoveelste zachte winter kwamen de eerste warme lentedagen. De vlinders die waren uitgeslopen, fladderden wanhopig tegen het glas in de schuur op zoek naar de uitgang. Vier dagen lang moest ik de schuurdeur openzetten om de vlinders vrij te laten.  Jammer genoeg heb ik de transformatie van pop naar vlinder niet gezien, maar wie weet krijg ik die kans dus volgend jaar. Want het besluiteloze koolwitje dat ik op die hete dag in augustus zag fladderen wist precies waar ze mee bezig was. Op elk  afzonderlijk blad had ze een paar eitjes afgezet. Zo hebben de jonge rupsjes voldoende eten om uit te groeien tot een nieuwe generatie koolwitjes.  Ze zullen groeien als kool.