Dit weekend wordt voor de achtste keer de Spinnentelling gehouden. Iedereen kan in huis en in de tuin de aanwezige spinnen tellen. Ik gun elk diertje zijn rechtmatige plekje in de natuur, maar spinnen heb ik liever niet in huis. Dat komt vast omdat ik als kind bang gemaakt werd door 2 grote broers die het grappig vonden om hun kleine zusje achterna te zitten met een dikke huisspin. Elk jaar rond deze tijd komen de huisspinnen tevoorschijn in mijn huis, soms wel drie op een avond.
Na twee weken is het leed geleden en trekken ze zich terug in hun spelonken. Goed zo, brave spinnen.
In de tuin zag ik veel spinnenwebben, de meeste verticaal en open van structuur, maar ik zag ook dichtgeweven horizontale webben tussen de planten. Overdag zijn er relatief weinig spinnen te zien in hun web, dus ik ga vanavond als het donker wordt nog eens kijken in de hoop de telcijfers wat op te kunnen krikken.
Spinnen zijn nuttig, ook al vinden veel mensen ze griezelig. Wel jammer dat zo’n mooie dagpauwoog ten prooi viel aan een spin. Zijn vleugels waren kennelijk niet eetbaar en hingen nog in het web.

