camassia

Ik las in het boek Tuinieren voor de geest  van Sue Stuart -Smith over de herkomst van  Camassia, ook wel prairielelie genoemd.  Ik heb dit bolgewas sinds een jaar of 10 in mijn tuin staan en het breidt zich langzaam maar zeker uit.  Het is een middelhoog gewas en bloeit eind april tot ver in mei. Behalve in wit zijn er ook verschillende variëteiten blauw verkrijgbaar. De bloemstelen hebben tientallen stervormige bloempjes. Het is een goede bloem voor op de vaas.

Oorspronkelijk stamt dit bolgewas uit Noord-Amerika. In de tijd dat de Europeanen grote delen van Noord-Amerika koloniseerden, ontdekte een Britse ontdekkingsreiziger op zoek naar geschikt land voor akkerbouw, een weidegebied vol blauwe lelieachtige bloemen.

 Vaak troffen de europese kolonisten ondoordringbare en donkere naaldwouden aan, in tegenstelling tot deze open vlakten met een oase van bloemen en vlinders waar twee soorten Camassia groeiden: Camassia Quamash en Camassia Leichtlinii.

De Britse ontdekkingsreiziger dacht dat de weide een niet door mensen beheerd stuk land was.  Wat hij niet wist was dat dit een voorbeeld van vroege akkerbouw door de Lekwungen was, een inheemse stam die in dat gebied al duizenden jaren jaagde en verzamelde.

Behalve zalm, wortels en bessen aten de Lekwungen ook allerlei planten, waaronder de bollen van de Camassia die als een lekkernij gold. De graslanden werden door de Lekwungen als heilig beschouwd. Elk perceel was een tuin waarin een familie zijn eigen planten verzorgde.

Het telen en onderhouden van de Camassia’s ging als volgt: men kwam in mei en juni als de planten in bloei stonden naar de weides en sloeg hier een kamp op. De stamleden zongen en vierden het leven in de prachtige omgeving tussen de massa’s blauwe bloemen. Vrouwen gebruikten graafstokken om onkruid en stenen te verwijderen. De bollen werden gerooid waarna de grote werden geoogst en de kleinere bollen werden herplant voor het volgende seizoen.

Tussen de eetbare Camassia’s groeide een giftig bolgewas dat op de eetbare Camassia leek: Death Camas genaamd.  Deze was alléén in de bloeiperiode herkenbaar  en  moest dan  worden uitgegraven. Na langdurige bereiding van de eetbare Camassia smaakte deze naar tamme kastanjes en voorzag in de behoefte aan koolhydraten. Hoewel de Lekwungen op andere percelen al aardappelen teelden, bleef de teelt van Camassia als onderdeel van de cultuur en als gewaardeerde delicatesse bestaan.

Door de invloed van de kolonisten raakte het ecologisch evenwicht zodanig verstoord dat de Camassia teelt verdween. Wel is het aan hen te danken dat de bol naar Europa is verkocht als siergewas en ze nu in veel tuinen staat te pronken in mei, ook in de mijne.

Meer lezen over de Lekwungen en Camassia? Klik dan op onderstaande link.

https://beaconhillparkhistory.org/articles/120_camas_country.htm