In het radioprogramma Vroege Vogels hoorde ik twee sprekers die nieuwe inzichten deelden over de waarde van bomen. De één was Bominee, door zijn vrienden zo genoemd omdat hij bomenexpert is en in een kerkje woont. De andere spreker was hoogleraar mededingingseconomie bij de Universiteit van Amsterdam. Mededingingseconomen kijken naar de economische effecten van oneerlijke concurrentie of het effect van bepaalde acties van bedrijven of overheden. Hij sprak over zogenaamde externaliteit wat een onderdeel is van algemene economie wat betekent het niet inprijzen van maatschappelijke kosten. Bij het kappen van bomen wordt de waarde van de boom in zijn huidige staat niet meegerekend maar vervangen door een jong exemplaar. 

Een boom van bijvoorbeeld 50 jaar heeft een groot kroonvolume. De boom verleent eco-systeemdiensten als klimaatregulatie, waterbeheer en luchtzuivering. De boom vergroot biodiversiteit door leefruimte en voedsel te bieden aan planten, insecten en andere dieren. Bomen in de openbare ruimte van een stad vertegenwoordigen een waarde voor alle inwoners. Wanneer een boom van deze leeftijd wordt gekapt en vervangen door een nieuwe, jonge boom is het netto resultaat een verlies van vele kubieke meters kroonvolume. Dat is volgens de sprekers verlies van kapitaal.  

Schema ecosysteem diensten bomen

Een voorbeeld: er wordt een 60-jarige eik gekapt. Om het kroonverlies te compenseren zouden er 3 a 4000 jonge bomen moeten worden geplant volgens de Bominee. De hoogleraar noemt het kapbeleid van veel gemeenten diefstal van maatschappelijke waarde. De boomwaarde zou verplicht moeten worden teruggeplaatst.  Hij vindt dat er een verkeerde prikkel uitgaat van het vervangen van een oude boom door 1 jonge boom. Ontwikkelaars vinden het te duur en te lastig wanneer ze om de oude bomen heen moeten werken. Nu kunnen ze op een goedkope manier van die grote bomen afkomen door het afkopen door vervanging met jonge bomen. 

Hier werd wél om een oude boom heengewerkt

Deze uitzending gaf mij stof tot nadenken omdat er heel veel bomen in Gouda worden gekapt. Is dat allemaal echt nodig? En is aanplanten van inheemse bomen zoals op de Ridder van Catsweg is gebeurd wel klimaatbestendig? Rekent men de maatschappelijke waarde van oude bomen mee? Dit lijken mij zinnige vragen om te stellen.

Ter illustratie hieronder een stukje van “een preek” van de Bominee. 

“ Ff Googelen; er worden 220 bomen gekapt om de weg veiliger te maken en … De provincie en gemeente zijn er met de belangengroepering uitgekomen; er worden ook weer 220 nieuwe bomen geplant!

Even rekenen; 220 kappen en 220 planten, dat is dan “0” op de #bomenbalans, snapte!?

Super toch!? 220 eiken van een dikke 50 jaar tegen de vlakte en daar krijg je dan 220 piemeldikke boompjes voor terug. Mooie deal toch?

Tonnen CO2, ontelbare megawatts aan verkoelingscapaciteit en een ongelofelijk oppervlak aan fijnstoffilters zijn hier verloren gegaan. En dan heb ik het niet eens gehad over het verlies aan ecologische, landschappelijke en recreatieve waarde.

Compenseren in de vorm van ‘een boom voor een boom’, dat is toch wel iets van vòòr Christus. Toen gold het ‘oog om oog en tand om tand’ principe. Maar tegenwoordig gaat dat wel anders. Nu hebben we het niet meer over aantallen, maar over het compenseren van #boomkroonvolume.

In dit geval gaat het over iets van 750 kuub per boom keer 220 bomen, dat is dan 165.000 kuub boomkroonvolume. Daar tegenover staat dan 12,5 kuub per boom keer 220 bomen, wat neerkomt op 2.750 kuub boomkroonvolume voor de nieuwe aanplant.

Da’s maar een klein verschilletje toch? Dat vegen we zo onder het groene tapijt.”