Er zijn tuinen in soorten en maten. Hoe je de tuin vormgeeft zegt volgens mij iets over je. Wanneer je de tuin helemaal bestraat en al het groen hebt verbannen heb je waarschijnlijk weinig gevoel voor en verbinding met de natuur. Niet dat tuinieren nou altijd zo’n natuurvriendelijk gebeuren is als je bedenkt dat er nog steeds gif wordt gebruikt om ongewenste planten en dieren te bestrijden. Er zijn ook tuiniers die om één of andere reden alles laten groeien zonder enig onderhoud zodat hun tuin uitgroeit tot een tiny forest.

Voor ouderen kan tuinieren te zwaar worden, maar er zijn ook mensen die niet lijken te weten wat ze met een tuin aan moeten of misschien tuinieren een ontzettend vervelende klus vinden.
Tuiniers die alles onder controle willen houden halen elk onkruidje of scheef groeiend takje weg. In zo’n tuin wordt weinig aan het toeval overgelaten voor een zo voorspelbaar mogelijk resultaat: strak en netjes.

Ik zit daar vermoedelijk ergens tussen in. Ik hou van experimenteren met nieuwe planten en zaden . Het mag dus best enigszins wild worden en dat wordt het dan meestal ook. Die losse stijl van tuinieren levert meer biodiversiteit op. Ik probeer het zevenblad en de haagwinde een beetje binnen de perken te houden, maar helemaal weg krijg ik het toch nooit, en dat hoeft ook niet. Mijn tuin is praktisch helemaal begroeid. Daardoor krijgt het onkruid minder kans, en droogt de aarde niet uit in de zomer. Ik hoef in een droge periode bijna geen water te geven, behalve de kuipplanten natuurlijk. Mijn tuin redt zich wel. Zodat ik in de zomer achterover kan leunen in de schaduw.

Ik loop dus regelmatig achter de feiten aan in mijn tuin en dat is leuk en spannend want ik weet nooit wat het resultaat zal zijn. Elk jaar ziet de tuin er anders uit. Hij staat veel te vol maar ik kan moeilijk nee zeggen tegen planten die ik krijg van andere tuiniers. Ik heb met mezelf afgesproken dat ik geen nieuwe planten meer koop. Maar vooruit, dat ene zakje zaad kan toch wel…..
Mijn rotsvaste besluit om geen bloembollen meer te kopen wankelde behoorlijk toen er een dikke catalogus met bloembollen door de brievenbus viel. Het is maar goed dat ik begrensd wordt door mijn tuin: vol is vol.

Ik zou keuzes moeten maken in wat ik wil houden en wat niks toevoegt aan mijn tuin. Nu er buiten weinig meer te doen is kan ik met een kop thee bij de kachel gaan nadenken over wat ik wil veranderen in het voorjaar.
Er zijn planten die ik absoluut niet kwijt wil, zoals de rose vaste papaver, ondanks dat hij maar twee weken bloeit, altijd omvalt maar waarvan de bloemen wonderschoon zijn. Ook de vroeg- en langbloeiende Helleborus Orientalis wil ik niet kwijt. En de Dahlia’s, de Rudbeckia en de Digitalis ook niet.
Als besluiteloze tuinier heb ik gelukkig nog een hele winter om hierover na te denken.