Ongeveer een maand geleden zag ik de eerste paardenbloem in mijn tuin bloeien. In voorgaande jaren rukte ik hem er met wortel en al zo goed mogelijk uit, wat nog een hele toer is gezien de lange penwortel. Er blijft altijd wel een stukje zitten waaruit steevast een nieuw plant groeit. Dit jaar besloot ik de aanwezige paardenbloemen te laten staan toen ik las dat een groot deel van met uitsterven bedreigde bijen voor voedsel afhankelijk is van deze bloem. Als je zo’n bloem eens goed bekijkt zie je hoe prachtig hij eigenlijk is. Ik verwijder wel de uitgebloeide knop omdat hij zich anders flink kan uitzaaien. 

Op initiatief van de Bijenstichting, Flora van Nederland en Stichting Steenbreek is maaimeinietnederland.nl in het leven geroepen. Om de bestuivende insecten te helpen wordt opgeroepen om minder te maaien, kruiden zoals paardenbloemen, madeliefjes en pinksterbloemen tot bloei te laten komen zodat bijen, vlinders en zweefvliegen voldoende voedsel kunnen vinden. Dat het slecht gaat met insecten is bekend. De helft van de bestuivers heeft het moeilijk en de Vlinderstichting geeft aan dat de helft van de 53 voorkomen vlindersoorten inmiddels zeldzaam zijn. 10 Soorten staan zelfs op het punt om uit Nederland te verdwijnen. 

Veel gemeenten voeren dit maai-mei-niet beleid, al is het nog zoeken naar de frequentie van maaien door het hele jaar heen. Want door alleen in mei niet te maaien, doe je een fractie van wat je zou kunnen doen voor insecten. De frequentie van het maaien moet in het hele jaar omlaag is de boodschap. Gemeenten krijgen regelmatig klachten van inwoners dat er zoveel onkruid blijft staan en dat dat slordig staat. Om deze inwoners mee te krijgen zorgen gemeenten voor bloeiende bollen op plekken waar ook de wilde planten de kans krijgen tot bloei te komen. Die uitgebloeide bollen kunnen dan rustig afsterven terwijl de wilde planten het stokje overnemen. 

Veel van wat wij mooi of lelijk vinden zit feitelijk tussen de oren. We kunnen anders leren kijken naar planten. Kijk eens goed naar het zogenaamde onkruid in je tuin of tussen je tegels. Sommige planten zijn best mooi. Zoals muurleeuwebek, één van de ongeveer 40 gekozen planten voor de nominatie van Nationale Bloem. 

Stoepplantjes, zoals de wilde planten in de stad ook worden genoemd, dragen in de zomer bij aan verkoeling en zijn belangrijk voor verschillende insectensoorten. Klik op onderstaande link om meer te lezen over stoepplantjes:

https://hortusleiden.nl/onderwijs/stoepplantjes-1

Stenen tuinen in de stad en grasfalt in het buitengebied zijn een aanslag op de biodiversiteit. Vóór de intensieve landbouw en bioindustrie was er op het land nog ruimte voor kruidenrijke randen, bestonden weilanden nog uit een variatie van grassen en wilde planten. Insecten en weidevogels als de grutto en de kievit hebben niets aan de huidige biljartlakens in de polder. Voor de biodiversiteit in de stad zijn de verstening en verschotting van siertuinen eveneens slecht.

De stadmens kan paardebloemen of een beetje straatgras soms zo slecht verdragen dat de gifspuit ter hand wordt genomen om het brutale groen eronder te krijgen. Met alle gevolgen van dien voor voor de leefomgeving van mensen, dieren en planten. 

Maar wat is nu eigenlijk onkruid? Dat zijn ongewenste planten op een bepaalde plek. Planten die andere planten bijvoorbeeld verdringen. Dergelijke planten moet je in toom houden als je andere wilt behouden. Zo’n voorbeeld is het schattige bolgewasje driekantig look dat in mijn tuin staat. Eenmaal in de tuin geplant neemt het de boel binnen enkele jaren helemaal over. Deze plant gedraagt zich in mijn tuin als onkruid en ik probeer het al 3 jaar kwijt te raken. Ik heb ze tot bloei laten komen zodat ik goed zie waar ze staan en daarna uitgetrokken met bol en al. Na een flinke regenbui gaat dat gemakkelijk.  De restanten mogen nog even pronken in een vaasje. Volgend jaar zal blijken of ik rigoureus genoeg ben geweest met uittrekken. 

Het échte onkruid zijn misschien wel wijzelf: stadsmensen die zich niets aantrekken van wat de natuur nodig heeft en kiezen voor steen in plaats van groen achter het huis. Om met Loesje te spreken: “Als er iets woekert, is het wel de bestrating.”