De meteorologische winter begon op 1 december en trakteert ons alvast op een korte periode van winters weer. De tuin ziet er na matige nachtvorst veel aantrekkelijker uit dan op donkere, druilerige dagen. De rijpafzetting op bladeren en takken geeft een heel ander beeld aan de tuin. De contrasten tussen donkergroen blad en glinsterend witte accenten zijn prachtig om te zien. Vormen en structuren zie je duidelijker, ze vallen goed op in het winterse zonlicht.

Opeens zijn er veel vogels in die tuin op zoek naar voedsel. De halsbandparkieten komen dagelijks snacken van de sierappeltjes. Ze knoeien daarbij zoveel dat het pad bezaaid ligt met half afgekloven restanten. De merels vinden die gemorste hapklare brokjes op de grond wel zo gemakkelijk en ruimen flink op.

In de Riet- en Veenzoom zijn regelmatig spechten te zien. Met wat geluk komen ze aan de vetbol in je tuin hangen of zoeken ze insecten op een boomstam. De foto hieronder is van langer geleden. Aan de voedersilo hangt een grote bonte specht. Er hangt een leeg vetbol netje aan. Zo worden vetbollen nog steeds verkocht en dat is een risico voor kleinere vogels zoals pimpelmezen die met hun pootjes vast kunnen komen te zitten. Vaak raken die lege netjes los en belanden ze in het milieu. Er zijn ook vetbollen zonder netje te koop.

Bijzondere vogels die je in strengere winters in je tuin kunt zien zijn de kramsvogel, een lijster-achtige, en de keep, een vinken soort.

De kamerlinde kan buiten blijven staan zolang het niet echt vriest. Hij wordt als kamerplant verkocht maar doet het buiten in de schaduw veel beter. Hij bloeit in december, maar met sneeuw of vorst is het feest snel voorbij. Omdat ik er in de schuur geen ruimte voor heb, liet ik hem buiten staan zodat hij intussen zal zijn bevroren. Wel nam ik stekken zodat ik volgend jaar weer een nieuwe kamerlinde heb.

In de sneeuw zie je sporen van vogels en andere dieren.

Een foto uit een ander jaar van een prachtig besneeuwde plataan. Rechts de kenmerkende zwarte knop van de es, de boom die zich in de wijk soms hinderlijk uitzaait.

In de moestuin is nu niet veel te doen. Het bed met winterpostelein en veldsla heb ik tegen de vorst afgedekt met dun vliesdoek. Zodra het niet meer vriest kan ik daarvan weer plukken.