Van vrijdag 24 tot en met zondag 26 januari kun je weer meedoen aan de jaarlijkse tuinvogeltelling. Deze wordt sinds 2001 georganiseerd door Vogelbescherming Nederland. De telling geeft een beeld welke vogels in onze tuinen voorkomen en hoe het met ze gaat. Ga met een kop koffie een half uur uit het raam kijken naar bezoekende vogels. Je hoeft niet persé een tuin te hebben om mee te kunnen doen: met een balkon trek je ook vogels aan als je daar planten hebt staan en bijvoorbeeld vetbollen ophangt.
Ik doe al heel wat jaren mee met de telling. Ik hou van vogels. Als er in de winter niet veel meer te zien valt in de tuin zorgen de vogels voor een doorlopende voorstelling. Hun gage bestaat uit vetbollen, pinda’s en strooivoer. Als ze eenmaal doorhebben dat er wat te halen valt komen ze elke dag een paar keer langs.
De tortelduiven trekken zelfs mijn aandacht door voor het raam te fladderen. Maar ook een kleine mussenkolonie komt dagelijks langs. Meestal zijn het er zo’n 7 stuks maar op een dag waren het er ineens 20. Ze hadden elkaar zeker ingeseind.
Tussen de mussen scharrelen vaak ook een paar vinkjes. Zo op het eerste gezicht lijken de vrouwtjes veel op mussen. Ze bewegen zich echter “schokkerig”, een duidelijk verschil met de mus. De mannetjes vinken hebben een rose-achtige borst en duidelijker tekening.
Dan heb je nog de heggenmus: ook deze lijkt oppervlakkig gezien op een huismus, maar heeft een grijze kop en borst. Zijn snavel is veel smaller, waaraan je kunt zien dat het een insecteneter is.
De roodborst is elke winter een vaste gast. Hij is altijd alleen want hij duldt geen mede-roodborsten in zijn territorium. Een paar jaar geleden vloog een roodborst zich te pletter tegen het raam toen een andere hem de tuin uit joeg.
Er komen steeds meer halsbandparkieten op de sierappel af. Soms 7 tegelijk. Ze maken er een bende van door van elk appeltje een hapje te nemen en vervolgens op de grond te laten vallen. De merels eten de resten.
Ook een houtduif en een stadsduif komen in mijn tuin. Beide zijn veel schuwer dan tortelduiven. Het kleinste vogeltje is het winterkoninkje dat in de heg rondscharrelt op zoek naar insecten.
Deze winter heb ik de staartmezen pas 1 keer zien rondbuitelen door de tuin. Natuurlijk wel veel kool- en pimpelmezen. En uiteraard komen er altijd wel een paar eksters langs.
Heb je een groene tuin? Dan komen vogels je vast en zeker met hun bezoek verblijden. In een stenen tuin hebben ze niets te zoeken want daar is geen voedsel maar nog belangrijker: geen dekking als de kat van de buren rondsluipt. Wil je ook/meer vogels in je tuin?
Kijk hier hoe je dat aanpakt.
Tel je weer mee dit jaar? Er is een handige web-app beschikbaar op de website van de vogelbescherming.
Kijk hier voor meer informatie.