In mijn tuin is geen dag hetzelfde. Niet voor mij, maar voor de tuin zelf ook niet. Het zijn de details die het beeld elke dag veranderen: een bloemknop die opengaat, of een bijna uitgebloeide bloem die haar kleur begint te verliezen. Drie weken geleden was de beukenhaag nog dor met hier en daar een aarzelend begin van ontluikend blad. Nu vormt hij een frisgroene en purperen wand waartegen de paarse alliums prachtig uitkomen.
Neem nu de IJslandse papaver die op de laatste regenachtige dagen haar warm gele bloemen als vrolijke zonnetjes door de tuin strooit. Vorige week waren ze nog nergens te bekennen.
Overal in de tuin staan toefjes pastelkleurige bloemen in roze en lila tinten, als door een lint verbonden met de helblauwe vergeet-me-nieten. In mei is de tuin op haar mooist door het frisse jonge groen en de vele bloembollen.
Als geen dag hetzelfde is, is een jaar dat zeker niet. De planten groeien in dit natte voorjaar weelderig vergeleken met de vorige lente toen het lang warm en droog was. Hoe anders is het nu: eind mei en nog nauwelijks buiten gezeten. De parasol en stoelen staan in de schuur te wachten op mooie dagen die nu eindelijk gaan komen. Met een temperatuur van boven de 20 graden staat mijn tuin de komende week een kleurenexplosie te wachten.