Mijn vader was tuinder. Hij bezat onder andere in de Wieringermeer een stuk land en verbouwde daar aardappelen, groenten maar ook tulpen. Toen ik oud genoeg was hielp ik mee met bonen plukken, tulpen koppen en pellen. Het bloed kruipt waar het niet gaan kan. Toen het tegen mijn pensioen liep ontstond de wens om een moestuin te beginnen. 

Bijna een jaar geleden kreeg ik een stukje grond van 100 m2 toegewezen op een moestuincomplex in de buurt. Als een tuin wordt opgezegd moet deze “zwart” worden opgeleverd door de huurder. Afgezien van wat onkruid keek ik dus aan tegen een verder kale vlakte.  

Een onbegroeide bodem is onderhevig aan erosie: de toplaag waait of spoelt weg en de bodem verdicht. Daarom zaaide ik op een aantal plekken de groenbemesters Phacelia en bladrammenas. Op stukken waar veel onkruid stond bedekte ik de grond met karton. Later las ik dat dit in de herfst niet veel zin heeft: in het groeiseizoen is het dan al gedeeltelijk verteerd en groeit het onkruid er gewoon doorheen. Wil je dus effect dan kun je de grond beter in het voorjaar afdekken. Onder het karton bleken aardig wat wormen te zitten. Op zich een goed teken. 

Onderzoeken tonen aan dat in tuinen die niet te intensief beheerd worden, waar de bodem meest begroeid is en waar niet teveel mest wordt gebruikt, er meer én een grotere verscheidenheid aan regenwormen te zien is. In tuinen waar permanent plantenmateriaal op de bodem ligt is het aantal strooiselwormen het hoogst. Het gebruik van pesticiden en overmatig gebruik van mest zijn slecht voor het bodemleven. De bodem wordt te vaak beschouwd als inert in plaats van een onderdeel van het ecosysteem. 

Veel over het voorgaande beheer van de moestuin kwam ik niet te weten behalve dat er de voorgaande jaren wat wisselingen van tuinders waren geweest, en dat het ongeveer 10 jaar geleden nog weiland was. Daarom besloot ik maar van het ergste uit te gaan: overbemesting en misschien ook wel het gebruik van bestrijdingsmiddelen. 

In het reglement van de vereniging las ik dat bij wet verboden bestrijdingsmiddelen niet zijn toegestaan. Dat lijkt me logisch. Tuinders wordt daarnaast gevraagd terughoudend te zijn in het gebruik van door het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb) toegestane chemisch-synthetische bestrijdingsmiddelen. Wat wordt onder dat laatste verstaan? Eigenlijk alles wat nog voor particulieren te koop is bij tuincentra en bouwmarkten zoals de totaal onkruidbestrijder Round-up. Monsanto heeft het  schadelijkste bestanddeel Glyfosaat vervangen door Pelargonzuur. Dit middel zou op minimaal 10 meter afstand van sloten en putten moeten worden gebruikt omdat het zeer schadelijk is voor het onderwaterleven. Dat de gemiddelde particulier de bijsluiter nauwelijks leest is te horen in de zeer beluisterenswaardige podcast “Red de Lente ”van Dirk de Bekker. De podcast is geïnspireerd op het in 1962 uitgegeven boek “Stille lente” van Rachel Carson. In een nieuwe vertaling is dit boek vandaag de dag verkrijgbaar onder de titel “Verstild voorjaar.”

Om mij heen zag ik minimaal de helft van de tuinders in de winter bezig met het omspitten van de tuin. Daarna gaat er in het voorjaar een laag stalmest op de bedden. In de bio-industrie wordt veel antibiotica gebruikt. Via de mest komt dit op het land en door uitspoeling in sloten terecht.  Wellicht begrijpelijk dat de vaak oudere tuinders aan hun vertrouwde methode wensen vast te houden. De suggestie om een deskundige een lezing over ecologisch tuinieren te laten houden haalde het bij lange na niet. Jammer, want als je tuiniert is het gezien de achteruithollende biodiversiteit een uitgelezen kans om rekening te houden met het bodemleven, planten, insecten, zoogdieren, vogels en amfibieën.

In september zaaide ik veldsla en winterpostelein waar ik alvast maanden van kon eten. In de winter dacht ik verder na over de inrichting en de gewassen die ik wilde telen. Ik las het boek “combineren in de natuurlijke moestuin” van Frank Anrijs. De ondertitel van het boek luidt “groenten kweken volgens het systeem van schijnbare chaos”. En dat sprak me wel aan. Bijna een jaar later zou mijn tuin er zo uit zien: