Op het voormalige industrieterrein van de gesloten Goudse Asfaltcentrale is na de herinrichting door Goudasfalt de Warmoezerij ontwikkeld en aangelegd. Een warmoezerij was in de vorige eeuw een moestuin net buiten de stadsmuren waar groente en fruit werd verbouwd voor de stadsbewoners.
Peter Riphagen, beheerder van de Warmoezerij leidt mij op een wat bewolkte vrijdagmorgen rond door de tuin en vertelt hoe het allemaal begon.
Het terrein van Goudasfalt is bedekt met een laag asfalt, en op de plek van de Warmoezerij was een grindput. Dat betekende dat de ondergrond niet vervuild was door olie-installaties en dus geschikt om eetbare gewassen te gaan verbouwen. Door het gewicht van het grind was er een soort put gevormd waar water in bleef staan. Met behulp van een krattensysteem wordt het water opgevangen en vastgehouden. Door het glaswol in de kratjes ontstaat capillaire werking en wordt het water aan de bovengrond afgegeven. Door de afgesloten ondergrond kunnen de planten namelijk geen vocht uit de bodem te halen.
De tuin is met de jaren steeds verder uitgebreid. Eén van de kerndoelen van stichting Goudasfalt is om deze harde omgeving te vergroenen. Het project is gestart met een groepje mensen van Goudasfalt en al in 2016 ontstond het idee om een tuin aan te leggen. Vervolgens is een groep tuiniers gestart met de aanleg en vormgeving van de tuin. Marjan van Alphen, de beheerder in die tijd, heeft voor de beplanting van de Warmoezerij gezorgd in het eerste aangelegde stuk, de ronde tuin.
Het idee van een Warmoezerij is dat er bijzondere groente- en siergewassen worden geteeld, bijvoorbeeld Kardoen en Haverwortel, de zogenaamde “vergeten groenten.” Er is momenteel een groep van 15 vrijwilligers actief bezig met het onderhoud van de tuin. Na het werken delen zij in de oogst.
Sinds 2019 is Peter beheerder van de Warmoezerij. Toen hij begon was er eigenlijk geen vaste groep tuiniers. In het voorjaar van 2020 waren er maar 3 of 4 vrijwilligers. Deze is in de corona periode waarin mensen manieren zochten om op veilige afstand contacten te hebben langzaam gegroeid tot de huidige omvang van zo’n 15 vrijwilligers. Belangstellenden kwamen kijken op de Warmoezerij en raakten enthousiast. In die tijd is ook de kas opgeleverd door de Bouwgroep-vrijwilligers van Goudasfalt. Er werd een wilde bloementuin ontworpen en gerealiseerd door de Muurtjesbouwers, eveneens vrijwilligers van Goudasfalt. De vrijwilligers kunnen komen wanneer ze willen maar vaste werkmomenten zijn de dinsdag- en vrijdagmorgen en de woensdagavond. Onder de vrijwilligers is ook een drietal vluchtelingen die naast de tuinwerkzaamheden Nederlands leren. Eén van hen heeft inmiddels werk gevonden op de arbeidsmarkt.
De tuin wordt met het jaar mooier en rijker doordat er langzaamaan bodemleven ontstaat in de ondergrond. De gemeente heeft gezorgd voor grond met een uitgebreid certificaat dat geschikt is voor de moestuinen. Zodoende is duidelijk welke stoffen in de grond zitten want uiteraard mogen er geen verontreinigingen in zitten. Achter de muur op de Warmoezerij is een zogenaamde grondbank: een voorraad van wel 40 m3 grond die men destijds via de gemeente kreeg en waarmee de tuin kan worden uitgebreid. Zolang die voorraad niet wordt gebruikt wil Goudasfalt de grond inzaaien met gras en bloemen, zoals op een dijk. Op die manier ontstaat er bovendien een stapsteen naar de bijentuin en de rest van de Warmoezerij. Peter vertelt dat er door de grote verscheidenheid van bloemen en planten al veel verschillende insecten worden gezien.
In de tuin zie ik grote compostbakken in verschillende fases. Op de compost groeien pompoenen en in een andere bak groeien aardappelen. Om de bodem van de tuin te beschermen tegen uitdrogen wordt gemulcht met afgestorven planten die niet in het zaad zijn geschoten.
Er is een wisselteelt systeem van zes bedden voor de verschillende vruchtgroenten. In totaal zijn er vier van dergelijke systemen. Als we het hebben over permacultuur vertelt Peter dat dit niet mogelijk is vanwege de missende bomenlaag. Uiteraard wordt er ecologisch geteeld, dus geen gebruik van kunstmest of pesticiden. Naast het tuinproject is de Warmoezerij bovendien een sociaal project waarbij tuinders natuurlijk inbreng hebben in wat zij willen kweken.
Er heerst door de stenen omgeving een warm klimaat op Goudasfalt. Niet alle planten van de Warmoezerij blijken daar tegen bestand. De aubergines bijvoorbeeld doen het niet goed omdat zij veel water nodig hebben. Ook bladgroenten telen gaat moeilijk omdat ze snel doorschieten. De kardoen en de vlinderstruiken blijken ook niet tegen deze extreem droge zomer bestand. Zonder irrigatiesysteem redt een aantal planten het niet in zo’n warme omgeving. Door de klimaatverandering zal op termijn voor andere plantensoorten gekozen moeten worden en de Warmoezerij ziet voor zichzelf een pionierende rol met betrekking tot de vraag hoe een versteende stad leefbaar blijft tijdens steeds hetere zomers. Peter vertelt dat er wordt gedacht aan het laten begroeien van de muren rondom de Warmoezerij zodat het steen de warmte niet kan absorberen en vasthouden. Er moet dan wel een manier worden gevonden om de klimplanten op die plekken van water te voorzien.
Ik ben aangenaam verrast door het verhaal over het ontstaan van de Warmoezerij. In een schijnbaar onmogelijke omgeving is het gelukt een groene oase te creëren waar mensen elkaar graag ontmoeten en werken en letterlijk de vruchten plukken door te delen in de oogst. En wat goed en belangrijk dat er gepionierd wordt als het gaat om het vergroenen en leefbaar houden van onze mooie stad.