Onze directe omgeving heeft invloed op hoe we ons voelen en hoe we handelen. In de psychologie noemt men dat appèlwaarde. Als muziektherapeut maak ik daar gebruik van door een client in aanraking te brengen met specifieke muziek waarvan ik denk dat die hem tot beleving en handelen aanzet. De muziek (of het instrument) lokt als het ware een reactie uit. Zo kan er bijvoorbeeld worden gewerkt aan doelen in het tegengaan van stemmingsstoornissen of onrustig gedrag bij mensen met dementie.
Ook een tuin waarin een boom, struiken of bloeiende planten te zien zijn roept iets bij ons op. We kunnen genieten van de vormen, kleuren en geuren van bloemen, van de lichtval en glinstering van ochtenddauw op de bladeren. Een boom kan ons een gevoel van beschutting en privacy geven. Vogels, vlinders en het gezoem van bijen maken de beleving in de tuin compleet. Elke ochtend loop ik even de tuin in om zomaar rond te kijken. Het betekent voor mij een rustmoment en een soort anker voordat ik de dag ga beginnen. Deze warme zomer zit ik graag met een kop koffie in de ochtendkoelte onder de boom.
Een levende tuin is geen dag hetzelfde; bloemen komen tot bloei en verwelken ook weer. Zo was er gisteren nog geen bij te zien bij sommige bloemen maar vandaag vliegen ze af en aan. Het viel me op dat een bloem van de Rudbeckia er vreemd zag. Toen ik dichterbij kwam zag ik er een vrij grote spin op zitten. Ze had rondom de bloem een web geweven die daardoor als een miniklamboe leek te zijn ingepakt met ragfijne vitrage. Ik maakte een foto en zocht op Obsidentify welke spin dit was. Deze Kraamwebspin kende ik nog niet. Ik las dat in de geweven cocon zich de jonge spinnetjes bevinden. Wat een bijzondere vorm van broedzorg! Na 1 1/2 week was de spin ineens weg en moesten de jongen zich maar zelf redden. Wie weet is hij ook wel opgegeten door één van de vele grote libellen die boven mijn tuin rondcirkelen.
Het geeft mij veel plezier om de levende have in mijn tuin te ontdekken. Met in het achterhoofd de alarmerende berichten over de drastische achteruitgang van insecten heb ik het gevoel dat ik met mijn stadstuintje daar iets tegen doe. Ook mijn naaste buren hebben een groene tuin. Dankzij het vijvertje van de buurvrouw komt de bruine kikker ook in mijn tuin slakken vangen. Helaas had een blauwe reiger dit voorjaar een makkelijke hap aan de kikkers in de vijver. Dat vond ik wel wat minder om te zien. Al een paar avonden trippelt er een egel door onze tuinen. Hij heeft zo een mooi gebiedje en voldoende schuilplaatsen door rommelige hoeken. Met de droogte zet ik water voor hem neer en voer hem bij met meelwormen want het gaat niet zo goed met egels.
Mijn tuin roept op tot ontdekken, observeren en leren en natuurlijk ook tot tuinieren, wat een gezonde vorm van beweging is. Daarnaast zijn er altijd wel stukken in de tuin die niet naar mijn zin zijn en probeer ik mij een beeld te vormen hoe het beter zou kunnen. Zo zet ik mijn voorstellingsvermogen aan het werk.
Ik vroeg me af of er bij een stenen tuin ook sprake is van appèlwaarde. Bij mij roept het geen positieve gevoelens op, dat zal de regelmatige lezer van mijn blog duidelijk zijn. Maar wat doet zo’n harde omgeving eigenlijk met de eigenaar? Het lijkt wel of mensen die alles bestraten de natuur ver van zich af willen houden. Zij willen geen planten en struiken en al helemaal geen beestjes. Zij willen gezelligheid en gemak in de stenen tuin. In het begin van dit “stenen tijdperk” werd de kunststoffen lounge sets de tuin in gedragen en niet lang daarna volgde het weerbestendige vloerkleed. De barbecues werden steeds groter en er kwamen soms buitenkeukens in de tuin met kookgelegenheid en een lange eettafel. De overkappingen schoten als paddestoelen uit de grond, want in die extra kamer wil je het hele jaar droog kunnen genieten.
Omdat buiten zitten in de winter koud is, kwamen er houtkachels voor de tuin in de handel. Maar gewoon een rookoverlast gevende houtkorf kan natuurlijk ook. Om de boel een beetje leuk aan te kleden zijn er tuinposters te koop die vreemd genoeg “tuinverruimers” worden genoemd. Daarop staat vaak een groen natuurtafereel afgebeeld, of bijvoorbeeld een mediterraan straatje vol kleurrijke geraniums en petunia’s. Lampen maken de sfeer compleet en blijven in menige tuin de hele nacht branden. Stenen tuinbezitters willen een extra leefruimte zoals ze binnen hebben, maar dan buiten.
Het lijkt er op dat een stenen tuin mensen aanzet tot het steeds meer kopen van spullen die verre van duurzaam zijn en bijdragen aan microplastics in het milieu. De kunstmatige tuinomgeving rukt steeds verder op met het kopen van plastic planten, bomen, plastic klimop en kunstgras. Je kunt het zo gek niet bedenken of het is te koop. De schutting wordt aangekleed met kleurige kunststof vlinders en behangen met een verzameling vogelhuisje waar vogels met een grote boog omheen vliegen.
Verschillende onderzoeken tonen aan dat een groene leefomgeving het gevoel van welzijn verhoogt.
‘Toen in de jaren ’80 de relatie tussen groen en gezondheid werd onderzocht, waren de resultaten zo opmerkelijk dat toptijdschrift Science (1984) er plaats voor inruimde. De Amerikaan Roger Ulrich liet zien dat patiënten die na een galblaasoperatie uitzicht hadden op groene bomen sneller herstelden dan zij die op een stenen muur uitkeken. Deze studie was het startschot voor vele onderzoeken naar de helende werking van de natuur. ‘Ook Nederlands onderzoek wijst uit: wie in een groene woonomgeving leeft, voelt zich vaker gezonder en is minder vaak ziek. Groen vermindert stress, bijvoorbeeld doordat van alleen al het zien van natuur een rustgevend effect uitgaat. Groen stimuleert ontmoetingen tussen mensen en zorgt voor gevarieerder spel van kinderen,’ zegt onderzoeker Sjerp de Vries. ‘Zo hebben kinderen in groene wijken bijvoorbeeld vijftien procent minder vaak last van overgewicht.’ (Bron: Wageningen Universiteit/Groen: goed voor de gezondheid).
In plaats van je onder te dompelen in het prettige en ontspannen gevoel dat een levende tuin je kan geven, beland je met die stenen kamer in de sleur van alledag. Voor je het weet sta je ook je tuin te stofzuigen en te dweilen.
Op katten heeft de stenen tuin echter geen enkele aantrekkingskracht. Zij gaan liever in de schaduw in de groene tuin van de buren liggen, of op jacht naar alles wat beweegt. De vraag is hoe lang hun baasjes nog van hun buitenruimte kunnen genieten met de steeds hetere zomers in het verschiet.