Tuinieren kan je stemming positief beïnvloeden.  In een periode dat het niet zo goed met mij ging , was ik elke dag aan het wieden in mijn 25 meter diepe stadstuin. (ja, lach maar, het is in elk geval beter dan pillen slikken).  De ene dag wiedde ik paardenbloemen, de andere dag brandnetels.  Door ordening in mijn tuin aan te brengen kon ik het piekeren beter loslaten en hervond ik een gevoel van rust en controle.

 Wanneer je kijkt naar de dagbesteding  voor mensen met een verstandelijke beperking, psychiatrische problematiek of dementie dan zie je dat tuinieren daar steeds vaker een plek krijgt.

Een mooi voorbeeld dat elk mens, ongeacht zijn beperking, iets kan beleven bij planten en bloemen, kreeg ik toen een nauwelijks sprekende jongen met downsyndroom en autisme opeens stil stond  bij de vrolijk gekleurde zinnia’s in mijn tuin. Ik schrok, want  hem kennende, dacht ik dat hij ze er misschien in een impuls uit zou trekken. In plaats daarvan boog  hij zich voorover, wees naar de bloem en liet een vertederd “Ahhhhh” horen.  Hij keek met een hemelse glimlach naar de minuscule bloempjes op de moederbloem van de Zinnia’s. Ik moet eerlijk bekennen dat mij dat zelf nooit  zo was opgevallen.

Wat is de therapeutische waarde van een tuin?

Het buiten zijn,  verantwoordelijkheid dragen voor de verzorging van planten, het proces van kiemen tot en met afsterven volgen, de esthetische beleving bij planten en bloemen, dat alles draagt bij tot zingeving in een mensenleven. Een tuin is iets tastbaars: wanneer je kijkt naar vormen en kleuren van planten en bloemen ben je in het hier en nu en dat helpt je om het piekeren los te laten. En wie wil dat nu niet op zijn tijd?

Tip: als je geen tuin hebt, maak dan eens een wandeling door een stuk groen in de buurt.

Sta stil en laat wat je ziet en hoort op je inwerken, luister naar het ruisen van de bomen, het zingen van de vogels,  ruik het gras, de bloemen, en geniet!