Zoals in de vorige post stond moet je bij de keuze van planten rekening houden met de ligging van je geveltuin. Volle zon vraagt een andere beplanting dan schaduw. Globaal geldt deze indeling voor planten:
Volle zon: er is op die plek per dag tenminste 6 uur zon (op het plantenetiket is dit een wit zonnetje)
Half schaduw: er is maximaal 4 uur zon per dag(een half wit/zwart zonnetje)
Schaduw: maximaal 2 uur zon per dag(een zwart zonnetje)
Vaste planten, wat zijn dat?
De meesten sterven in de herfst en winter bovengronds af maar komen elk jaar in de lente weer terug. Planten voor een zonnige plaats zijn asters, lavendel, zonnehoed, margriet, rozemarijn, salvia, vedergras
Voorbeelden van vaste planten voor een half-schaduw plek zijn verschillende varensoorten, vrouwenmantel, elfenbloem, Zeeuws knoopje, geranium Rozanne, Fuchsia Riccartonii.
Vaste Schaduwplanten zijn bijvoorbeeld: longkruid, vingerhoedskruid(in feite 2-jarig), lelietje van dalen, donkere ooievaarsbek, varens, Japanse anemoon, Helleborus, kleine maagdenpalm(bodembedekker)
Groenblijvende heesters
Viburnum tinus, Skimmia Japonica, sneeuwbes, groenblijvende dwergmispel Dammeri.
Klim- en leiplanten
Zon: Doorbloeiende klimroos, passiebloem, Toscaanse Jasmijn(geurend)
Halfschaduw tot schaduw: Klimroos New Dawn, winterjasmijn, (bloeit met gele bloempjes in januari) klimhortensia.
1-jarige planten, wat zijn dat?
Deze planten zijn meestal niet bestand tegen onze winters en sterven zowel boven- als ondergronds af en komen dus niet meer terug in de lente. In zachte winters overleven sommigen, zoals goudsbloemen, het nog weleens.
De meeste 1-jarige planten houden van zon. Je zaait ze zelf of koopt ze bij een kwekerij of groencentrum. Voorbeelden zijn: zonnebloem, cosmea, goudsbloem, slaapmutsje, bijenvoer en Afrikaantje. Deze kun je op lege plekken tussen de vaste planten zetten.
Hieronder een aantal voorbeelden van geveltuintjes.
