hommels

Wie kent ze niet, die brommende grote bijen met hun zwart-geel gestreepte vachtje. We zien ze in de zomer vaak van bloem naar bloem vliegen. Zelfs naar bloemen waarvan je denkt dat die toch een maatje te klein zijn voor deze goedaardige reuzen.

De hommel is een sociaal levende wilde bij, dat wil zeggen dat ze als volk leven, net als honingbijen. De laatsten zijn gedomesticeerde bijen en afhankelijk van imkers. In het wild kunnen ze zich niet handhaven. Behalve de hommel zijn er nog zo’n 350 soorten solitair levende wilde bijen in ons land. Veel bijen zijn door hun lichaamsbouw voor hun voedsel afhankelijk van bepaalde soorten bloemen.

Aan het einde van de zomer sterven alle hommels, behalve de koningin. Zij moet de komende lente een nieuw volk stichten. In de zomer gaat zij al in winterslaap die tot februari of maart duurt. Daarna komt ze te voorschijn en verzwakt gaat ze naarstig op zoek naar de eerste voorjaarsbloemen. In februari kun je haar al zien vliegen op bloeiende krokussen. Sneeuwklokjes buigen tot op de grond wanneer er een hommel op landt. Bloeiende wilgen zijn eveneens een belangrijke voedselbron.

De koningin is een flinke maat groter dan de werksters en darren. In slow motion zie je haar vlak boven de bloemen zwalken nauwelijks in staat om te vliegen. Vaak ook zie je haar zitten op een bloem om in de winterzon wat op te warmen. Wanneer ze is aangesterkt zoekt ze een geschikte nestgelegenheid. Vaak is dat in de grond, in een oud muizenhol bijvoorbeeld. Maar sommige hommelsoorten nestelen in een boomholte, en de steenhommel verkiest graag een vogelbroedkastje waar het oude nest nog in zit. Het verlaten nest van pimpelmezen dat ik in een nestkastje vond komt volgend jaar misschien goed van pas voor de hommels. Ze hebben dat oude nestmateriaal zoals mos, veren en gedroogd gras nodig voor isolatie. Dit herschikken ze tot een bal met een holte in het midden. Elke hommelsoort heeft zo zijn eigen voorkeur voor een nestplaats. Aardhommels dringen nog wel eens via een gat in een steen binnen in de spouwmuur.

Hommels zijn geen agressieve dieren. Alleen wanneer ze zich bedreigd voelen kunnen ze steken. Een hommelkoningin heeft mij een keer de stuipen op het lijf gejaagd tijdens het vouwen van de was. Op een zonnige maartse dag hing ik de was buiten te drogen. Toen ik de droge was binnenhaalde en de mouw van een pyama nietsvermoedend glad streek begon deze vervaarlijk te bewegen en te zoemen. Zo snel ik kon rende ik met het kledingstuk naar buiten en gooide het neer waarna er een enorme hommel uit de mouw kroop. Een steek schijnt behoorlijk pijnlijk te zijn. Gelukkig is mij dat nooit overkomen, maar wel een vriendin die achteloos iets weg veegde van haar hoofd tijdens het fietsen. Voor haar was het extra vervelend want ze kreeg door de steek een flinke allergische reactie.

Het stikte van de hommels in mijn tuin deze zomer. Ik ben blij met ze en weet hoe belangrijk ze zijn in het ecosysteem. Ook voor ons zijn hommels belangrijk omdat ze een groot deel van onze voedselplanten bestuiven. Toch gaat het niet goed met ze. De belangrijkste oorzaken zijn het gebruik van gif in de tuin -en akkerbouw maar ook door particuliere tuinbezitters, de teelt van veel dezelfde gewassen zonder kruidenrijke randen waar hommels voedsel vinden, en het verlies van leefgebied doordat tuinbezitters hun tuin volledig bestraten.

Laten we de hommelkoningin op weg helpen in het voorjaar. Plant de komende herfst krokussen, sneeuwklokjes en blauwe druifjes. Zodat ze een goede start heeft om haar volk te stichten.