Ja hoor, daar was ie weer. De opmerking van de old -school moestuiniers dat ik moet gaan spitten. Zij vinden het een beproefde methode voor mooie losse grond en om wateroverlast tegen te gaan. Ik had het kunnen weten toen ik me liet ontvallen dat mijn tuin gedeeltelijk onder water staat door de vele regen. Toen ik uitlegde dat spitten niet goed is voor het bodemleven werd ik meewarig aangekeken. Ik zette mijn argumenten nog wat kracht bij door over biodiversiteit te beginnen maar daarmee werd het er niet beter op.
Dit jaar heb ik de cursus “Leer je grond kennen” gevolgd bij de Tuinschool.online. De inhoud van de cursus is samengesteld door AnneMarie van Dam. Zij is als bodemkundige werkzaam geweest bij de Wageningen Universiteit.
Ik leerde over grondsoort, structuur, zuurgraad en grondwaterstand, waarbij ik verschillende testen deed. De grond op de moestuin bestaat uit zand/veengrond. Veengrond klinkt in en dat merken we duidelijk aan de bodemdaling in Gouda en omgeving. Ik testte de zuurgraad die voor de moestuin idealiter 6,5 a 7 Ph is. Dat zat goed. Mijn moestuin ligt wat lager dan de buurtuinen, wat één van de oorzaken zal zijn dat er water op blijft staan bij langdurige regen. Het grondwaterpeil is altijd aan de hoge kant maar nu extreem hoog.
De winterwortels moest ik oogsten omdat ze met de punten in het grondwater stonden. Een andere oorzaak van wateroverlast is slechte drainage van de bodem. Er zit weinig organisch materiaal in de grond en dat heb ik na 1 jaar tuinieren uiteraard niet op orde. Organische stof bestaat uit verteerde of halfverteerde plantenresten, dode bodemdieren en micro-organismen en hun poep. Organische stof geeft een bruine of zwarte kleur. Achteraf gezien had ik deze herfst moeten kiezen voor het zaaien van groenbemesters. Want waar geen begroeiing is slaat de bodem door de vele regen nu helemaal dicht. Ik laat daarom zoveel mogelijk dode planten liggen om dit nog wat tegen te gaan. Lekker rommeltje, zullen de tuiniers van de oude stempel wel weer denken. Zij houden immers van een smetteloos zwart grondje. Een nog niet genoemd nadeel van spitten is dat er bovendien versneld meer CO2 vrijkomt.
Op mijn tuin gebruik ik ook geen dierlijke mest. Wanneer andere tuinders toch dierlijke mest op hun tuin aanbrengen is het te hopen dat het niet zo blijft regenen als de laatste maanden. Dan spoelt de mest immers uit en komt in het grondwater en de sloten terecht. Dierlijke mest bevat de meeste stikstof en aan de forse groei van de gewassen af te meten was mijn nieuwe tuin in voorgaande jaren flink overbemest. Verder ben ik huiverig voor de vervuiling door diergeneesmiddelen die met dierlijke mest in het ecosysteem terecht komt. Met groenbemesters is de vruchtbaarheid van de grond in principe goed op orde te houden. De grond was bovendien prachtig rul in het voorjaar.
Op het boerenland is het nu zo nat dat er niet geoogst kan worden. Wanneer zware machines het land oprijden ontstaat flinke schade aan de bodem door verdichting. Ook bloembollentelers kunnen hun bollen nog niet planten in de met water verzadigde grond. Ik heb ze jammergenoeg half oktober in de pluktuin geplant en ik verwacht dat een flink aantal zal wegrotten. De dahliaknollen hebben de wateroverlast helaas niet overleefd.
In mijn stadstuin is het uiteraard ook nat maar van stagnerend water is daar nooit sprake geweest, hoewel mijn tuin toch zo’n 10 centimeter lager ligt dan die van de buren. De bloembollen zullen het daar met gemak overleven. Ik laat de vaste planten in de herfst en winter rustig afsterven, blad van de beukenhaag blijft liggen en bodembedekkers beschermen het bodemoppervlak. Deze tuin heb ik 19 jaar en heeft inmiddels een mooie rulle, donkere grond wat wijst op voldoende organisch materiaal. Dit in tegenstelling tot het plantsoen achter mijn tuin waar kale aarde wegspoelt en dichtslaat bij felle buien. De verdichting van de bodem is 7 jaar geleden ontstaan door werkzaamheden aan de riolering met behulp van machines en de gevolgen zijn dus nog steeds merkbaar.
Voor wat betreft de moestuin overweeg ik om volgend jaar nog een stapje verder te gaan met polycultuur door de sier- en groentegewassen nog meer door elkaar te laten groeien zodat er minder lege bedden zullen zijn en de bodem beter beschermd is tegen erosie.