(En een zweefvlieg met bretels)

Veel mensen denken: een bij is een bij.  Dat de honingbij een door de mens gehouden soort is weet bijna iedereen. Maar dat er daarnaast nog zo’n 350 soorten wilde bijen in Nederland leven is minder bekend. Iedereen kent natuurlijk de hommel. Die logge, zoemende dikzak met zijn geel/zwart gestreepte vachtje kan vaak wel op herkenning rekenen.

De meeste mensen onderscheiden zweefvliegen nóg moeilijker van andere zoemende beestjes. Zo hoorde ik vorig jaar iemand een beetje paniekerig roepen: “Kijk! Allemaal wespen op de dille! “ Dat waren dus zweefvliegen die met hun geel-gestreept lijfje inderdaad wel wat van een wesp weg hebben, maar de wespentaille missen en al helemaal niet steken. Ook het vlieggedrag is anders: wespen zwalken wat zoekend rond, terwijl zweefvliegen hun naam eer aandoen door in zweefstilstand boven een bloem te hangen, om er vervolgens in een pijlsnelle rechte lijn vandoor te gaan. Al deze dieren hebben een functie in een ecosysteem: de wesp is  behalve een bestuiver ook een alleseter en onmisbare opruimer. De zweefvlieg is net als de bij een belangrijke bestuiver en in het larvestadium eet hij luizen. Volwassen insecten worden imago genoemd. 

Terug naar de bij. De nationale bijentelling 2023 is met een week verlengd vanwege het koude weer waardoor er veel minder bijen werden geteld. Gelukkig waren er wat warmere dagen. Op een zonnig moment stikte het van de bijen in de sierappelbloesem.

Ik fotografeer sinds een paar jaar bijen, wespen en zweefvliegen in mijn tuin om op de app obsidentify op te zoeken om welke soort het gaat. Inmiddels heb ik behalve honingbijen ook 12 soorten zweefvliegen, 4 soorten wespen en 11 soorten wilde bijen gespot. Door regelmatig rond te kijken leer ik steeds nieuwe dingen over het leven in mijn stadstuin. Ik raak er steeds meer door geboeid. Van al die soorten had ik voordien geen flauw benul. 

Maar het gaat dus vrij slecht met wilde bijen. Onderzoekers van Alterra, EIS en de Wageningen Universiteit toonden aan dat de achteruitgang van plantensoorten en bloemenrijkdom in het landschap een belangrijke oorzaak is. 

Er is ook onderzoek gedaan naar welke wilde bijen van welke soorten planten afhankelijk zijn voor hun voedsel. Daarbij worden bijen ingedeeld in “generalisten” die op veel verschillende bloemen foerageren, en “specialisten”  die voor hun voedsel afhankelijk zijn van een bepaalde plantenfamilie. 

De specialisten bezoeken het vaakst de paardenbloem. Nu ik dit weet laat Ik er dit jaar voor het eerst een aantal in mijn tuin staan. De meest bezochte planten zijn eveneens algemene plantensoorten. In de top 50 van meest bezochte planten staat bijvoorbeeld het een-jarige koolzaad, speenkruid en verder houtige planten zoals sleedoorn, braam en wilg. 

Zogenaamde bij-vriendelijke planten zijn vaak verre van bij-vriendelijk. Gekocht bij tuincentra en supermarkten zitten ze vaak vol met pesticiden waardoor de bijen het loodje leggen. Koop daarom alleen biologische bij-vriendelijke planten. De keuringsdienst van Waarde besteedde hier twee jaar geleden al aandacht aan. De uitzending die de moeite waard is kun je hieronder terugkijken.

https://www.npostart.nl/keuringsdienst-van-waarde/16-09-2021/KN_1725010

De helft van de wilde bijen staat op de rode lijst. Planten die van waarde zijn voor deze groep zijn gewone rolklaver, slangenkruid en beemdkroom. 

Maar ook is een lange bloeiboog(bloemen in alle seizoenen) belangrijk zodat uit hun winterslaap ontwaakte koninginnen voedsel kunnen vinden. Krokussen spelen in februari een grote rol. Dit moeten dan wel biologisch geteelde krokussen zijn want anders helpen we de bijen alsnog om zeep door de besmetting met de vele pesticiden op gewone bollen. 

Boeren krokus

Hier kun je het hele artikel over het onderzoek lezen. 

Vorig jaar zag ik een koekoekshommel op een bloem zitten. Zoals er vogels zijn die parasiteren op andere vogels, doet zich dit verschijnsel ook in de bijenwereld voor. Vanuit mensenoogpunt heeft deze soort dus een a-sociale in plaats van sociale leefstijl. Dat heeft als voordeel dat de soort zoveel mogelijk nakomelingen kan produceren. Voordat een koekoekskoningin het nest kan overnemen moet ze eerst de oorspronkelijke koningin doodsteken. Ze is dan ook groter en sterker. Soms laat ze de onttroonde koningin leven die dan degradeert tot werkster. Ze kan eitjes en larven opeten maar laat de oudere larven leven die als werkster moeten fungeren. Vervolgens legt ze haar eigen eitjes in het gekaapte nest. (Bron: een verhaal met een angel, Dave Goulson)

Over de bretelwimperzweefvlieg weet ik niet veel te vertellen, behalve dat ik hem in de tuin heb gezien en het een prachtig scrabblewoord is.

Bretelwimperzweefvlieg

Klik op de link hieronder voor fraaie macrofoto’s van zweefvliegen. 

https://macrowereld.com/insectenfoto/vliegenenmuggen/zweefvliegen.html