Uit  verschillende onderzoeken blijkt dat mensen in een groene, natuurlijke omgeving sneller herstellen dan in een stenen omgeving. Mensen denken dat ze na een drukke werkdag opknappen van een barbecue in hun bestrate tuin,  maar dat blijkt niet te kloppen.

In Zweden is een tuintherapieprogramma ontwikkeld voor mensen met burn-out en stressklachten. De multidisciplinaire behandeling omvat een drie maanden durend tuintherapieprogramma. Landschapsarchitect Grahn heeft de tuin ontworpen en het programma wordt uitgevoerd door een bezigheidstherapeut, een fysiotherapeut, een psychodynamische psychotherapeut en een tuinbouwspecialist.

Vaak zijn de deelnemers vrouwen die langdurig gebukt gingen onder overbelasting op het werk,  binnen de familie en het gezin. De klachten waarmee zij naar Alnarp komen zijn bijvoorbeeld angstaanvallen, gebrek aan psychische en lichamelijke energie, concentratiestoornissen en besluiteloosheid. Vaak voelen zij zich schuldig en schamen zich voor hun situatie.

Het interessante aan de tuin is dat er met het ontwerp en inrichting rekening is gehouden met de verschillende behoeften van de deelnemers en de fases in de behandeling.  Er is een gecultiveerd deel waarin twee broeikassen en lage en verhoogde tuinbedden voor groente, fruit en kruiden zijn.

Het andere, wildere deel van de tuin is meer gericht op natuurbeleving. De gedachte hierbij is dat deze omgeving niets vraagt van de deelnemer, behalve er te zijn. Door de bomen en struiken kunnen mensen hier een eigen plek zoeken waar ze zich kunnen terugtrekken in deze zogenaamde tuinkamers.

De deelnemers die meestal weinig ervaring met tuinieren hebben, volgen de tuintherapie vier ochtenden per week gedurende twaalf weken. Een paar dagen na hun aankomst op Alnarp krijgen ze de opdracht om een rustige plek voor zichzelf te zoeken.  Op basaal niveau moeten zintuigen en gevoel de verbinding met het lichaam en de omgeving herstellen.

Eén van de tuinkamers heeft bijvoorbeeld een boshoekje waar een hangmat tussen  de bomen hangt. In mei bloeien er witte tulpen. Er is een vijver met bemoste stenen er om heen. Een speciale boom verspreidt een sterke kaneelgeur.

Door de omgeving te ondergaan, te zien, te ruiken, te voelen en te horen,  kunnen deelnemers langzaam weer in contact komen met hun gevoelens. Alle aanwezige tuinelementen, zoals planten en bloemen, eetbare vruchten, stenen, water enzovoort doen een eigen appel op de deelnemers en vermindert de disconnectie met hun lichaam. Dit deel van de tuin is dus sterk op beleving gericht.

Na  ongeveer zes weken  wordt het programma voortgezet met steeds intensievere opdrachten. In een latere post schrijf ik daar meer over.

Wanneer ik denk aan de verstening van meer dan 50 % van alle tuinen in heel Nederland, dan ben ik bang dat veel mensen zijn losgeraakt van de natuur en zich er geen onderdeel meer van voelen. En dat is meer dan  alleen maar jammer…

Bron: tuinieren voor de Geest – Sue Stuart-Smith

NB de foto’s dienen ter ondersteuning van de tekst en hebben geen direct verband met de beschreven plek in Zweden.